Burger Partij Amersfoort ( BPA ) Algemene beschouwingen van de Begroting 2004 – 2007.
Voorzitter, leden van de raad, Om aan het eind te beginnen, de BPA kan voorlopig niet instemmen met de bezuinigingsvoorstellen zoals deze door het College zijn gedaan in haar brief van 30 september jl. en we kunnen dus als BPA ook niet instemmen met de ons voorliggende Begroting 2004 – 2007. Waarom houdt dit College in deze tijd van bezuinigen toch vast aan een saldireserve ultimo 2004 van ruim 14 miljoen euro ? Reserves in de huishoudpot zijn toch juist voor slechtere tijden zoals de huidige ? En waarom blijven we bij de saldireserve vast houden aan twee keer de norm van 50 euro per Burger in deze ? Blijkbaar komt alleen al uit de saldireserve en de algemene dekkingsreserve een bedrag van meer dan 30 miljoen Euro in aanmerking voor een heroverweging van de politiek-bestuurlijke besluitvorming. Volgens de inventarisatie van onze reserves in de nota van 7 oktober 2003, is bovendien minimaal een bedrag van 5,7 miljoen aan vrij besteedbare ruimte beschikbaar. Dit bedrag kan dus door de raad anders worden ingezet, zonder dat dit budgettaire consequenties heeft voor de lopende begroting. De BPA vindt, dat onder andere dit bedrag moet worden aangewend, om de huidige voorgestelde bezuinigingsronde in belangrijke mate te schrappen. Wij zullen hiertoe een motie indienen en verzoeken de raad met klem, om hiermede accoord te gaan. Een groot deel van de reserves is volgens de uitgangspunten van de nota vastgelegd in harde verplichtingen en bestaat uit twee delen. Het eerste deel wordt gevormd door de bestaande contractuele verplichtingen. Het tweede deel echter, zijn de voorgenomen bestedingen op basis van politiek-bestuurlijke besluitvorming.Naar onze mening kan de raad aan grote bedragen hieruit, een andere bestemming geven.Weliswaar moeten dan andere prioriteiten worden gesteld, door de invulling van de politiek-bestuurlijke besluitvorming aan te passen. Hierdoor zullen enkele grote projecten in deze slechte tijden moeten wijken voor de realiteit van vandaag en moeten worden uitgesteld. Of, zoals de BPA dit steeds verwoordt: gemeente, verlaag het ambitieniveau en zorg eerst voor de kwaliteit van onze samenleving en leefomgeving.Indien de omvang van de reserves dit toelaten, willen wij dan ook nog meer prioriteit geven aan het inlopen van achterstallig onderhoud. Concluderend: Naar de mening van de BPA moet het College haar ambities nog steeds naar beneden bijstellen. Geen kaasschaaf-methode dus. Alleen als alle basisvoorzieningen ( gewoon doen. ) voldoende op orde zijn, de handhaving voldoende geregeld en de economie weer gaat aantrekken is er naar de mening van de BPA pas weer ruimte om op grote schaal extra geld uit te geven aan grote projecten. 1. Veiligheid. Onveilige situaties in de wijken moeten in de eerste plaats aan de basis worden gesignaleerd en geanalyseerd. Dit moet gebeuren door de wijkagent. Direct normatief aanspreken van veelplegers van overlast is veel beter, dan pas ingrijpen als ongeruste Burgers schrijven: "ik ben het zat". Ook het verwijderen van een toeristisch bankje (uit het Zocherplantsoen), wanneer de overburen klagen over mensen die daar zitten met een open fles bier in de hand, is een verkeerde oplossing.Minder dan één promille van onze Burgers zijn veelplegers van overlast. Toch kunnen we op deze problematiek in Amersfoort nog geen adequaat antwoord geven.Door de Politie man/vrouw in de straat en de hulpverlening wordt hier echter relatief wel de meeste tijd aan besteed.De gemeente geeft op dit soort overlast het verkeerde antwoord. De formatie van de Wijkagenten moet altijd maximaal bezet zijn, dan komen signalen van overlast vóórdat ze escaleren bij het College binnen en niet achteraf.Een enkel gebied of een wijk aanpakken heeft ook geen zin. Het Centraal Station in Utrecht is nu veilig en schoon. De daarnaast gelegen wijk Lombok was daarvoor veilig en schoon en is nu het afvalputje geworden.Ook in Amersfoort kennen we dit zogenoemde "Waterbed-effect". Daarom heeft slechts een totale aanpak over de gehele stad zin. Ook het beleid en handhaving rondom de coffeeshops; we hebben er een praktisch naast de speelplaats en zandbak van een basisschool, verdient nog de nodige aandacht van dit College. 2. Wijkontwikkeling. Geen of minder geld voor Milieupolitie en de Kinderboerderij de Vosheuvel, maar wel één miljoen Euro voor het toekomstige Natuurcentrum Vathorst. Dat is nu niet bepaald de keuze van de BPA. De Milieupolitie was in Utrecht ook weg gesaneerd, maar is gebleken hard nodig te zijn. Immers de reguliere Politie-taken staan steeds meer onder druk, de milieu-taak kan daar niet zomaar aan worden toegevoegd. Opnieuw maakt het College naar de mening van de BPA hier een verkeerde keus. 3. Zorg en Welzijn. Ruim 28 % van onze bevolking is onder de 21 jaar, toch is de Disco nog steeds niet gerealiseerd. Een skatepark in Vathorst zit in de planning, maar die zal straks door onze PPS-partner wel als financieel onmogelijk worden gekenschetst. Hetzelfde geldt voor de destijds beloofde glasvezelverbindingen in Vathorst. Ruim 28 % van onze Burgers zijn jongeren, doch slechts 8 % van hen is tevreden over de voorzieningen voor jongeren ! De BPA is van mening, dat daar een belangrijke mogelijkheid ligt voor het oplossen van de overlast door jongeren in de wijken. 4. Onderwijs De BPA is van mening, dat de zaken rondom de Basis is Boos en de dislocaties voorlopig adequaat zijn aangepakt door dit College. 5. Groen Blauw. De BPA ziet te weinig terug van de REMU-gelden in de investeringen in Groen Blauw. Hierbij denken wij dan vooral aan het Heiligenbergerbeekdal. Dure verhardingen, noodzakelijk in een drassige omgeving voor een skeelerbaan, zullen onvermijdelijk leiden tot een ander gebruik van hetzelfde terrein. Wij denken dan aan de overloop van Markten, zwemsportevenementen enz. De parkeerdruk in dat gebied, de Rubensstraat, zal nog verder oplopen. De BPA verwacht dat het IJsbaanterrein zelf, na verharding, steeds tijdelijk gedeeltelijk vrij gegeven zal worden als overloop parkeerterrein bij grote sport-evenementen. 6. Ruimtelijke Ordening en Wonen. Net zoals het Wijkbeheer en de meldpunten geclusterd zijn, ik denk hierbij aan het Berg/ Leusderkwartier en Dorrestein, zo zou ook in het kader van de bezuinigingen het clusteren van Bestemmingsplannen kunnen worden overwogen. Elke 10 jaar moet de gemeente per gebied de bestemmingsplannen actualiseren. Die periode blijkt in de praktijk altijd te kort. De BPA is van mening, dat ook hier belangrijke financiële besparingen bereikt kunnen worden. 7. Economie en bereikbaarheid. De verkeersafwikkeling rondom Vathorst, de A1 en de A28 blijft de BPA zorgen baren. Met betrekking tot een snelfietsroute twijfelen wij steeds meer aan het nut van enkele minuten tijdwinst voor fietsers op het totale traject, afgezet tegen de kosten van ruim één miljoen Euro.De algemene tendens is, dat de beide voorgestelde routes geen ideale situatie opleveren.Wij stellen dan ook als alternatief voor, de eerder geplande middelen in te zetten, om de huidige routes Reinierstunnel/Heideweg, geschikt te maken. De BPA vindt, dat de forse leegstand op de kantorenmarkt moet leiden tot grote voorzichtigheid bij de verdere bouw van kantoren. Verder worden blijkbaar ook overige bouwplannen aangepast. Omdat de gemeente via de pps-constructies hierin ook risico loopt, moet met grote voorzichtigheid op de bouwmarkt worden geopereerd. 8. Cultuur Bezuinigen op Omroep Amersfoort en de Bibliotheek of nog erger, het verplaatsen van de huidige Bibliotheek om daarmee geld te genereren voor de realisatie van het EemCentrum, wijst de BPA met klem af. De Omroep en de Bibliotheek zijn dermate goede breedte-voorzieningen in deze stad, dat we graag een meer principele keuze van dit College verwacht hadden. 9. Toerisme, recreatie en sport. De BPA is tegen de invoering van de toeristenbelasting, omdat hierdoor Amersfoort echt negatief op de kaart gezet wordt. Ook de 150.000 Euro "investering" in het commerciële Top Tennis de "Dutch Open", afgezet tegen de 130.000 Euro bezuiniging van de breedte-Sport, doet de BPA huiveren. Voorts is de Gemeente voor 100 % aandeelhouder van de SRO. Waarom spreekt het College in deze barre tijden de SRO niet aan op hun eigen vermogen van 2,8 miljoen Euro? Een vergelijking van de solvabiliteit met die in het bedrijfsleven gaat niet helemaal op, omdat de gemeente hier 100% aandeelhouder is. 10. Werk en Inkomen. De landelijke overheid gaat bezuinigen op uitgaven in de sociale sector. Bovendien worden gemeenten daarbij rechtstreeks geconfronteerd met de lokale gevolgen daarvan. In het bijzonder de oplopende werkloosheid en de bijstand kunnen dan op lokaal niveau grote sociaal/maatschappelijke- en financiële problemen gaan geven.De BPA vindt, dat op lokaal niveau alles moet worden gedaan om onze burgers te ondersteunen bij het vinden van werk. Hierbij moeten door het gemeentebestuur zonodig ook onorthodoxe mogelijkheden worden onderzocht. Hiervoor zijn wellicht bij andere gemeenten bestaande oplossingen voorhanden, die hiervoor in aanmerking kunnen komen. Voor het thema werk en inkomen heeft de BPA een motie voorbereid, waarin we het College vragen om met adequate voorstellen te komen. 11. Bestuur en Publieke dienstverlening. Het Internet en het gebruik van de gemeentelijke website, dienen nog meer te worden gestimuleerd. De BPA stelt het College voor, intensiever met Nederlandse steden te gaan samenwerken, die al een compleet pakket op het Internet hebben uitgewerkt.Wel zet de BPA grote vraagtekens bij het totaal bedrag voor de ICT. Wij vonden ruim 3,5 miljoen euro voor ICT en vinden dat een onbegrijpelijk groot bedrag.De BPA kan dit niet aan onze burgers uitleggen. 12. Bedrijfsvoering en financiën. De voorliggende Begroting 2004-2007 is helaas slechts gedeeltelijk volgens het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording opgesteld. De BPA zag de volgende keer ook graag een totaal overzicht met de resultaten van de Grondexploitaties.Ook willen wij graag een overzicht van zowel de vrij besteedbare als ook de beïnvloedbare Reserves.Wij merken op, dat er nog onvoldoende inzicht is in het soort uitgaven dat door het college gedaan wordt. Onduidelijk zijn bijvoorbeeld de uitgaven voor personeel en kosten van inhuur van derden. Wel duidelijk zijn de bedragen, die door de verschillende afdelingen "overgehouden"zijn en vervolgens worden "opgespaard". Ook dit vindt de BPA een slechte zaak, ook al gebeurt dit op grond van het vigerende contractmanagement. De raad als eindverantwoordelijke heeft totaal geen inzicht in het ontstaan en gebruik van dit soort budgetsaldi. Dit is naar onze stellige overtuiging onverteerbaar. Het College heeft vanaf het begin gehamerd op een verschuiving van plannen maken naar uitvoeren. Zij noemt dat terecht "gewoon doen". De voorgenomen aanwas van het personeelsbestand met 24 fte’s in 2004, is hiermee niet in overeenstemming.De BPA vindt het te gek voor woorden, dat het totaal aantal formatieplaatsen maar blijft stijgen ondanks het duidelijke voornemen van dit college, om "beleid/plannenmakerij" in te wisselen voor "gewoon doen".Een door de raad in te stellen personeelsstop zou een probaat middel kunnen zijn, om dit fenomeen een halt toe te roepen. Waarom is er niet gekozen voor bezuinigen op werkplekken binnen de gemeentelijke organisatie? Met de juiste ICT-ondersteuning kan de introductie van flex-plekken heel veel geld besparen. Onlangs ontvingen wij de "nota reserves en voorzieningen"van 7 oktober 2003.Deze nota inventariseert de stand van zaken van reserves en voorzieningen per 1-1-2003.Hierin blijkt de vrije ruimte binnen de reserves 5,7 miljoen Euro te bedragen. Op een totaal van 88,6 miljoen aan reserves is dit slechts 6,4% . Dit bedrag kan dus door de raad anders worden ingezet, zonder dat dit budgettaire consequenties heeft voor de lopende begroting.Hieronder volgen twee voorbeelden van reserves, die grote bedragen vertonen en volgens de BPA in aanmerking komen voor een gedeeltelijke heroverweging van de politiek-bestuurlijke besluitvorming. Als eerste voorbeeld de saldireserve, waarvan het saldo per 1-1-2004 25,1 miljoen Euro bedraagt. (eind 2004 is dit 14,8 Miljoen Euro). Op grond van de bestaande normen blijkt, dat de omvang hiervan per 1-1-2004 met 12,5 miljoen Euro kan worden verminderd. Als tweede voorbeeld de Algemene dekkingsreserve. Per 1-1-2003 bedraagt het saldo hiervan 25,8 miljoen Euro met het voornemen, om hieraan in 2003 een bedrag van 4 miljoen te onttrekken als impuls voor wegenonderhoud. Deze reserve is destijds ontstaan uit de opbrengsten van de gemeentelijke nutsbedrijven. Bij deze reserve vindt verder ook geen streefvorming plaats. Het huidige voornemen is, om zolang de omvang van deze reserve dat toelaat, jaarlijks 2 miljoen Euro over te hevelen naar de RSV. De bestemming van deze reserve kan dus in principe worden gewijzigd, waarbij de politiek-bestuurlijke besluitvorming moet worden aangepast.
De BPA fractie:
| ||